Tijdschrift voor Evidence-Based Medicine



Editoriaal: Belangenvermenging: de Californische zon achterna?


Minerva 2007 Volume 6 Nummer 4 Pagina 52 - 52

Zorgberoepen




Kan belangenvermenging van clinici de patiëntenzorg negatief beïnvloeden? Het begrip belangenvermenging omvat een lange lijst van interacties met producenten van geneesmiddelen, van medische hulpmiddelen en van apparatuur. Het refereert onder andere aan geschenken (zelfs kleine onbelangrijke), maaltijden, vergoedingen voor aanwezigheid bij voordrachten of congressen, ook online, gratis navorming, vergoedingen voor vergaderingen, terugbetaling van reiskosten of beurzen voor congresdeelname; vergoedingen voor bijdragen aan een congrescomité, het ter beschikking stellen van ‘schrijfdiensten’ door ‘ghost writers’, uitdelen van geneesmiddelenstalen, verlenen van onderzoeksbeurzen, en vergoedingen voor consultancies.

In België worden belangenconflicten verre van systematisch gerapporteerd en bovendien wordt het belang van vermelding in vraag gesteld. Personen die hierover worden ondervraagd, verklaren meestal dat hun klinische oordeel niet wordt beïnvloed door deze contacten of geschenken, in eender welke vorm of omvang. Nochtans is in verschillende studies aangetoond dat belangenconflicten van invloed zijn in situaties die volgens buitenstaanders duidelijk de morele integriteit van de rol als arts in gevaar brengen of zouden kunnen brengen (1). Financiële belangenconflicten zijn een voorbeeld van beïnvloeding door de industrie. Dit is het geval wanneer een arts door een persoonlijk financieel voordeel in de verleiding wordt gebracht om af te wijken van zijn professionele verplichtingen. Of het geschenk nu groot of klein is, speelt hierbij geen rol. Diverse studies toonden aan dat gedrag niet altijd rationeel is, dat een geschenk iemands objectieve oordeel verstoort en zijn keuze beïnvloedt door beroep te doen op het gevoel iets terug te moeten geven (1). Zo schrijven clinici opvallend vaker een geneesmiddel voor na bezoek van de vertegenwoordiger, ontvangst van stalen, of na deelname aan een door de firma gesponsord symposium. Een systematische review van de literatuur toont aan dat de overgrote meerderheid van deze contacten tussen arts en industrie een negatief effect heeft op de patiëntenzorg (2). Introductie van deze vorm van ‘bias’ schaadt de integriteit van het klinische oordeel van de arts tijdens de consultatie. Het compromitteert de wetenschappelijke onderbouwing van zijn beslissingen, maar uiteindelijk schaadt het vooral het belang van de patiënt1. Totale transparantie van mogelijke belangenconflicten is dus onontbeerlijk.

 

Is vermelding van belangenvermenging echter voldoende om het probleem op te lossen? Medewerkers van academische centra over de hele wereld menen van niet om diverse redenen (1). Het begrip belangenconflict wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd, de belangen worden meestal niet geverifieerd, en de invloed ervan is moeilijk in te schatten door personen die het domein niet goed kennen. Zij stellen dat het gemakkelijker is belangenconflicten aan te geven en nadien te doen alsof deze niet bestaan, dan moeite te doen om geen belangenconflicten te hebben. Dit probleem speelt vooral in universitaire kringen en is al eerder in Minerva besproken (3). Hoe je hier als academische instelling zorgvuldig mee kan omgaan, toont de universiteit van Stanford in Californië. Hun beleid is een mooi voorbeeld van een poging om de belangenconflicten van personeel, inclusief studenten, in relatie tot bedrijven die medische producten commercialiseren, te voorkomen, te beperken of, zonodig, aan te pakken (4,5). De universiteit stelde duidelijke richtlijnen op, met onder andere het verbod om in eender welke omstandigheid ook maar enige vorm van persoonlijke geschenken aan te nemen. Zij hebben ook strenge regels voor educatieve en vormingsactiviteiten met betrekking tot transparantie van de belangenconflicten, keuze van het onderwerp en inhoud van presentaties. De universiteit organiseert zelfs een training over belangenvermenging voor studenten, specialisten in opleiding, stagiairs en personeel. Deze opleiding start voordat men in de praktijk stapt en maakt deel uit van de algemene opleiding. Dit lijkt ons een ander essentieel element van een verstandig beheer van potentiële belangenconflicten. Wij dromen al van de Californische zon. Als zij ook kan bijdragen tot het opklaren en aanpakken van belangenconflicten, dromen we nog meer dat haar stralen ook ons kleine landje zullen bereiken.

 

P. Chevalier, M. van Driel, M. De Meyere, in naam van de ganse redactie

 

 

Literatuur

  1. Brennan TA, Rothman DJ, Blank L, et al. Health industry practices that create conflicts of interest: a policy proposal for academic medical centers. JAMA 2006;295:429-33.
  2.  Wazana A. Physicians and the pharmaceutical industry: is a gift ever just a gift? JAMA 2000;283:373-80.
  3. De Meyere M. Is academische geneeskunde te koop? [Editoriaal] Huisarts Nu (Minerva) 2000;29(6):264-5.
  4. Stanford University School of Medicine. Policy and guidelines for interactions between the Stanford University School of Medicine, the Stanford Hospital and Clinics, and Lucile Packard Children’s Hospital with the pharmaceutical, biotech, medical device, and hospital and research equipment and supplies industries (“industry”). http://med.stanford.edu/coi/siip/documents/siip_policy_aug06.pdf (geraadpleegd 14 maart 2007).
  5. Cadeaux des firmes: interdits à l’Université Stanford. Rev Prescr 2007;27:221-2.
Editoriaal: Belangenvermenging: de Californische zon achterna?

Auteurs

Chevalier P.
médecin généraliste
COI :

De Meyere M.
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

van Driel M.
Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg, UGent
COI :

Woordenlijst

Codering





Commentaar

Commentaar