Resultaat op trefwoord : 'psychosociale interventie'


Aantal resultaten : 0 artikel(s) - 4 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze studie van goede methodologische kwaliteit, maar gebaseerd op heterogene studies, werpt een licht op de keuze van bruikbare strategieën om de frequentie en/of de kwaliteit van sociale contacten te verbeteren. Een verhoogde toegang tot een sociaal netwerk kan helpen om de frequentie van de contacten te verhogen, terwijl psychologische interventies de kwaliteit ervan kunnen verbeteren.

Deze unicenter enkelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie, uitgevoerd in een universitair ziekenhuis in Thailand, toont aan dat een psychosociaal ondersteuningsprogramma door vroedvrouwen en familieleden effectief is om postpartum depressie bij eerstbarende tienermoeders te voorkomen tot 3 maanden na de bevalling. Niettegenstaande het klinisch relevante effect, is verder onderzoek zeker aangewezen wegens een aantal methodologische beperkingen, waaronder het gebruik van zelfrapportage vragenlijsten, alsook wegens moeilijkheden met de extrapolatie van de resultaten naar de Belgische gezondheidszorgcontext.

Uit deze netwerk meta-analyse blijkt dat voor patiënten met chronische aspecifieke lagerugpijn psychologische interventies in combinatie met kinesitherapie werkzamer zijn dan kinesitherapie alleen. Pijneducatieprogramma's en (cognitieve) gedragstherapieën geven de meest duurzame resultaten (ten minste tot 12 maanden na de interventie) voor fysiek functioneren en pijnintensiteit. Hoewel gegevens over de therapietrouw van patiënten bij dit soort interventie ontbreken, moeten in de praktijk de toegankelijkheid en de standaardisatie van deze therapieën in combinatie met kinesitherapie worden aangemoedigd voor alle patiënten met lagerugpijn die dreigt chronisch te worden. Alle studies in deze systematische review hadden echter belangrijke methodologische beperkingen. Deze netwerk meta-analyse ontsnapt niet aan de beperkingen die eigen zijn aan dergelijk studiedesign.

Deze methodologisch correct uitgevoerde systematische Cochrane review en meta-analyse van 17 heterogene studies die vaak een hoog risico van bias vertonen, toont met een hoge graad van evidentie aan dat dialectische gedragstherapie na 12 maanden ten opzichte van (verbeterde) gebruikelijke zorg de kans op herval van zelfbeschadiging reduceert bij kinderen en adolescenten. Voor familietherapie kon men met een matige graad van evidentie geen effect ten opzichte van (verbeterde) gebruikelijke zorg aantonen. Andere specifieke psychologische interventies, waaronder individuele gedragstherapie, waren niet beter dan (verbeterde) gebruikelijke zorg, maar door een tekort aan studies en door het hoge risico van bias in verschillende studies kunnen we hierover niets definitief besluiten.