Resultaat met woordenlijst ( 25 )


stratificatie
Bij stratificatie verdeelt men een onderzoekspopulatie in één of meerdere subcategorieën volgens bepaalde criteria, zoals leeftijd, geslacht, sociale status, etc. Deze techniek wordt toegepast om de invloed van confounders of verstorende variabelen op te vangen.
Confounder
Aantal resultaten : 25 artikel(s) - 1 bondige bespreking(en)


Deze correct uitgevoerde pragmatische multicenter enkelblinde gerandomiseerde gecontroleerde studie toont aan dat het aanbieden van een 5 maanden durende thuisinterventie, waarbij een opgeleide verpleegkundige gebruik maakt van videobeelden om ouders feedback te geven op de interactie met hun kinderen, gedragsproblemen kan doen afnemen bij één- en tweejarigen. Het effect werd echter gemeten met meetinstrumenten die niet gevalideerd zijn voor gebruik bij deze zeer jonge populatie. Daarom is het moeilijk om de klinische relevantie van het effect juist te interpreteren.

Deze RCT is methodologisch correct opgezet. Trimestriële intra-articulaire infiltraties met triamcinolon gedurende 2 jaar hebben versus injecties met een zoutoplossing niet alleen geen significant verzachtend effect op kniepijn, maar veroorzaken ook meer kraakbeenverlies.

Deze RCT over het nut van een nieuw recombinant subunit vaccin tegen zona bij 70-plussers toont aan dat het vaccin een gunstig effect heeft op de preventie van zona en post-herpetische neuralgie (waarvan de incidentie globaal uiterst gering is). We hebben nog steeds geen gegevens over het beschermende effect van het vaccin na 4 jaar en ook niet over het effect bij immuungedeprimeerde personen.

Deze correct opgezette RCT evalueert de werkzaamheid van amitriptyline en topiramaat versus placebo voor de onderhoudsbehandeling van migraine bij kinderen en adolescenten. De studie is vroegtijdig beëindigd voor futiliteit. Amitriptyline of topiramaat hebben geen meerwaarde boven placebo op het vlak van een vermindering van het aantal dagen met hoofdpijn en van de beperkingen in het dagelijkse leven als gevolg van migraine. Amitriptyline en topiramaat verhogen wel het risico van (soms ernstige) ongewenste effecten.

Deze multicenter, dubbelblinde, placebogecontroleerde gerandomiseerde studie toont aan dat prucalopride aan een dosis van 1-2 mg per dag de stoelgangsfrequentie na 3 maanden statistisch significant verbetert bij een geselecteerde groep mannen met ernstige chronische obstipatie. De klinische relevantie en de duurzaamheid van dit effect is echter nog onduidelijk. Ook wat betreft de veiligheid is nog onderzoek op lange termijn noodzakelijk.

Op basis van deze pragmatische open-label gerandomiseerde klinische studie kunnen we besluiten dat topisch pimecrolimus even veilig en werkzaam is als zwakke tot matig werkzame topische corticosteroïden bij zuigelingen, peuters en kleuters met milde tot matige atopische dermatitis.

Deze non-inferioriteitsstudie besluit dat zelfhulp aan de hand van computergestuurde cognitieve gedragstherapie niet minder effectief is dan gebruikelijke zorg voor de behandeling van depressieve symptomen bij hulpzoekende adolescenten. Het klinische effect van deze veelbelovende therapie moet echter verder onderzocht worden in goed opgezette studies met een betrouwbare controlegroep.

Deze studie bij een geselecteerde groep patiënten met oppervlakkige tromboflebitis toont aan dat de behandeling van een echografisch bevestigde oppervlakkige tromboflebitis met een dagelijkse subcutane dosis dalteparine van 10 000 eenheden gedurende één tot twee weken, tot minder trombusuitbreiding leidt dan ibuprofen tijdens de korte behandelingsduur zelf. We kunnen geen uitspraak doen over een vermindering van het aantal VTE’s. Ook over veiligheid kunnen we uit deze studie niets besluiten wegens een tekort aan power.

Eradicatie van Helicobacter pylori bij functionele dyspepsie

Ferrant L.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 8 pagina 99 - 100


Deze eerstelijnsstudie besluit dat een eradicatietherapie van Helicobacter pylori bij HP-positieve patiënten met functionele dyspepsie na twaalf maanden een significante verbetering van de symptomen geeft. Deze gegevens bevestigen vorige onderzoeken die vooral in de tweede en derde lijn werden uitgevoerd. Op basis van deze studie kunnen we echter niet aantonen dat er een verband bestaat tussen HP-infectie, endoscopische afwijkingen en dyspepsie.

Duloxetine: minder pijn bij fibromyalgie?

Chevalier P.

Minerva 2009 Vol 8 nummer 1 pagina 6 - 7


Deze studie toont aan dat duloxetine een statistisch significant effect heeft op het verlichten van de pijn gerelateerd aan fibromyalgie. Het staat niet vast dat dit gunstige effect ten opzichte van placebo ook klinisch relevant is. Het effect lijkt trouwens af te nemen gedurende de behandeling (evaluatie beperkt tot zes maanden).

Veneuze chirurgie als adjuvante behandeling voor veneuze beenulcera

Poelman T.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 2 pagina 24 - 25


Deze studie toont aan dat oppervlakkige veneuze heelkunde samen met compressietherapie geen invloed heeft op de heling van een bestaand ulcus. Heelkunde verlaagt wel significant de recidiefkans na drie jaar. Deze studie laat echter niet toe om te bepalen welke patiënten meer baat zullen hebben bij een dergelijke heelkundige ingreep.

Abdominaal aneurysma: opereren of afwachten?

Bruyninckx R.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 5 pagina 77 - 79


Bij mannelijke patiënten met een aneurysma van de abdominale aorta, dat trager groeit dan 7 mm per zes maanden of 1 cm per jaar en die klachtenvrij zijn, is een afwachtend beleid met een zesmaandelijkse echografische opvolging te verdedigen. Onmiddellijk operatief herstel leidt niet tot een reductie van de mortaliteit. Dit besluit is echter niet toepasbaar op vrouwen, aangezien het risico van ruptuur bij vrouwen hoger is.

Behandeling van laterale epicondylitis

De Wachter J.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 2 pagina 23 - 25


Uit deze studie blijkt dat bij de behandeling van laterale epicondylitis op lange termijn (na 52 weken) een afwachtende houding of fysiotherapie een beter resultaat geven dan infiltraties met een corticosteroïd. Infiltraties hebben alleen op korte termijn (na zes weken) een beter effect. De studie ondersteunt daarmee de NHG-standaard die een afwachtende houding adviseert, met indien nodig ergonomisch advies en pijnmedicatie. Enkel bij uitgesproken pijn en ongemak kan een corticoïdinjectie worden gegeven. Dit moet steeds met de patiënt overlegd worden.

Heeft een vaccinatiecampagne tegen meningokok-C effect?

Lemiengre M.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 5 pagina 257 - 260


Vaccinatie tegen meningokokken serotype-C is effectief. Het vaccineren van de (risico)populatie is echter een dure interventie, die enkel verantwoord is wanneer men de evolutie van hersenvliesontsteking in de populatie nauwkeurig opvolgt.

Trommelvliesbuisjes bij otitis media met effusie

van Balen F.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 5 pagina 254 - 257


Bij kinderen onder de drie jaar met persisterende otitis media met effusie heeft het vroegtijdig plaatsen van trommelvliesbuisjes geen effect op de taal-, cognitieve en psychosociale ontwikkeling. Een afwachtend beleid bij dergelijke kinderen is daarom verantwoord.

Doxazosine, een alpha-blokker, versus chloortalidon bij hypertensie

De Cort P.

Minerva 2002 Vol 31 nummer 4 pagina 201 - 204


Doxazosine (in België momenteel niet gecommercialiseerd) en andere alfablokkers (zoals terazosine en prazosine) zijn geen eerste keuze bij de behandeling van hypertensie. In geval van aanwezigheid van klinische tekenen van hartfalen moet de huisarts met deze medicatie zeker voorzichtig zijn.

Hormonale substitutie en het risico op ovariumcarcinoom

Lemiengre M.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 9 pagina 421 - 423


Oestrogenen verhogen het risico op endometriumcarcinoom, borstcarcinoom en trombo-embolieën. Deze studie voegt ovariumcarcinomen toe aan het lijstje. Hoewel het risico op ovariumkanker laag is, mag men het zeker opnemen in de overweging bij het voorschrijven van oestrogenen. Men kan zich terecht de vraag stellen welke plaats er nog is voor hormonale substitutie bij de behandeling van de menopauze. Vermoedelijk enkel nog voor een korte periode om ernstige vasomotorische stoornissen te ondervangen.

Prostaatkanker: kan screening de mortaliteit reduceren?

Weyler J.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 3 pagina 127 - 131


Uit deze studie zou blijken dat jaarlijkse of tweejaarlijkse screening met PSA-metingen bij patiënten vanaf vijftig jaar de mortaliteit door prostaatkanker kan reduceren. Bovenstaande bespreking wijst echter op fundamentele methodologische tekortkomingen in de studie. Er zijn dus nog steeds geen goede studies die systematische screening naar prostaatkanker onderbouwen.

Adenoïdectomie en adenotonsillectomie bij otitis media

Minerva 2000 Vol 29 nummer 6 pagina 266 - 268


Bij kinderen met recidiverende otitis media acuta is adenoïdectomie of adenotonsillectomie geen eerste keus. Men kan een afwachtende houding aannemen. Voorlopig heeft een dergelijk beleid ook bij kinderen die tot de "otitis prone"-populatie behoren, de voorkeur.

Onderhoudsbehandeling van depressie bij ouderen

De Meyere M.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 3 pagina 153 - 157


Op basis van één placebogecontroleerde studie met sertraline lijkt het aangewezen om de behandeling van patiënten met een chronische depressie anderhalf jaar voort te zetten. Op basis van één placebogecontroleerde studie met interpersoonlijke therapie en nortriptyline blijkt dat bij ouderen met recidiverende depressie een onderhoudsbehandeling tot drie jaar kan worden gegeven. Hierbij is combinatie met psychotherapie aangewezen. Aangezien deze conclusies telkens maar steunen op één studie en aangezien het gaat om een beperkte populatie in een specialistische setting, zijn er onvoldoende argumenten om het beleid van de huisarts bij chronische depressie of bij depressieve ouderen te wijzigen.

Incontinentie bij vrouwen: goed nieuws over niet-medicamenteuze aanpak

Lagro-Janssen T.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 2 pagina 100 - 105


Voor de patiënten die wij als huisarts zien, betekenen deze resultaten dat conservatieve oefentherapie de behandeling van eerste keus is. Voor stressincontinentie bestaat dit uit bekkenbodemspieroefeningen; voor urge-incontinentie bovengenoemde gedragsinterventie of de gewone blaastraining. Vooral niet te snel naar geneesmiddelen grijpen en vooral niet te snel denken dat er toch niets aan te doen valt.

Beschermen voedingsvezels vrouwen tegen colorectale kanker?

Michotte Y.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 8 pagina 335 - 337


In dit prospectief onderzoek is niet aangetoond dat verhoging van de vezelinname bij vrouwen het risico op colorectale kanker of adenoma kan doen afnemen.

Diabeteszorg in de huisartspraktijk: een meta-analyse

Van Loon H.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 6 pagina 248 - 250


Moderne diabeteszorg vraagt continue actieve aandacht van de huisarts. Strikte, quasi protocollaire opvolging van de Vlaamse consensus stelt de huisarts in staat om waarschijnlijk minstens even goede, zo niet betere resultaten te behalen dan de poliklinische specialistensetting.

The United Kingdom Prospective Diabetes Study: onderzoeksopzet

van Driel M. , Vermeire E. , Wens J.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 3 pagina 122 - 124

Levonorgestrel: nieuwe standaard voor urgentie-anticonceptie?

Peremans L.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 1 pagina 36 - 38


De levonorgestrel-methode zal de nieuwe standaard voor urgentie-anticonceptie worden. In België blijft de Yuzpe-methode echter nog steeds standaard, aangezien levonorgestrel hier (nog) niet beschikbaar is. Men start liefst zo vroeg mogelijk (best binnen de 24 uur post-coïtaal) met de behandeling. Deze bestaat uit onmiddellijk twee dragees Duoluton® of Neogynon® of Stederil-d® en 12 uur later nogmaals twee dragees. Onbeschermde coïtus in het vervolg van de cyclus wordt ten stelligste afgeraden.