Resultaat op trefwoord : 'COX-2-selectief niet-steroïdaal anti-inflammatoir middel'


Aantal resultaten : 17 artikel(s) - 5 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)


Deze systematische review met netwerkmeta-analyse van geneesmiddelen voor de behandeling van acute lagerugpijn bij volwassen patiënten toont een grote onzekerheid wat betreft hun werkzaamheid op vlak van pijn en functioneren. Er is een laag tot zeer laag niveau van bewijs dat sommige geneesmiddelen, in vergelijking met placebo, een significant effect op pijn zouden kunnen hebben en dat bepaalde geneesmiddelen werkzamer zouden kunnen zijn dan andere. Bovendien worden verschillende geneesmiddelen in verband gebracht met een verhoogd risico van ongewenste effecten in vergelijking met placebo.

Deze systematische review met meta-analyse van de Cochrane Collaboration toont aan dat bij patiënten met chronische lagerugpijn NSAID’s op statistisch vlak significant gunstiger zijn dan placebo voor pijn en in mindere mate voor functionele capaciteiten. De kwaliteit van de bewijskracht is echter gering en de klinische relevantie van de verschillen is niet aangetoond. Iedere behandeling met NSAID’s vraagt om een afweging tussen de voordelen en de risico’s van deze geneesmiddelen.

Deze goed opgezette dubbelblinde RCT besluit dat glucosamine + chondroïtine (respectievelijk 400 + 500 mg driemaal per dag) niet inferieur is aan celecoxib (200 mg per dag) bij patiënten met radiologisch bevestigde en ernstig pijnlijke gonartrose. Door de keuze van de comparator (celecoxib) en de keuze voor glucosamine en chondroïtine in combinatie- in plaats van in monotherapie kunnen we de resultaten van deze studie klinisch niet interpreteren.

Deze meta-analyse toont aan dat de verschillende COX 2 selectieve NSAIDs en diclofenac het cardiovasculaire risico doen toenemen, dat alle NSAIDs (zowel niet-selectieve als COX 2 selectieve) het risico van hartfalen doen toenemen, en dat COX 2 selectieve NSAID’s en diclofenac minder aanleiding geven tot bovenste gastro-intestinale complicaties dan ibuprofen of naproxen.

De resultaten van de CONDOR-studie lijken te wijzen op een voordeel voor celecoxib ten opzichte van diclofenac + omeprazol om hoge of lage gastro-intestinale bloedingen te voorkomen. De winst is echter vooral gebaseerd op een intermediair eindpunt (daling in hemoglobine of hematocriet) en niet op klinische gebeurtenissen. We moeten de noodzaak van een langdurige behandeling met NSAID’s (al of niet selectieve) goed afwegen tegen de mogelijke risico’s.

Neemt het risico van CVA toe met COXIBS of met alle NSAID’s?

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 10 pagina 154 - 154


Deze cohortstudie onderzoekt het verband tussen het optreden van een CVA en het gebruik van verschillende NSAID’s of geen gebruik van NSAID’s. Het risico van CVA loskoppelen van alle cardiovasculaire gebeurtenissen brengt alleen maar meer verwarring bij voor de practicus.

Cardiovasculair risico van celecoxib

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 8 pagina 120 - 121


Deze meta-analyse, gebaseerd op individuele patiëntgegevens, toont een toename aan van het risico van een cardiovasculaire gebeurtenis bij patiënten die over een lange termijn celecoxib nemen (minstens drie jaar). Dit risico is duidelijk hoger voor personen met een initieel hoog cardiovasculair risico (zoals diabetes, cardiovasculaire voorgeschiedenis, ouder dan 75 jaar en een andere risicofactor). De meta-analyse levert geen informatie over de cardiovasculaire veiligheid van celecoxib aan een dosis van minder dan 400 mg per dag. Deze resultaten zijn een bevestiging van vorige vaststellingen. De arts zal dus zorgvuldig het potentiële voordeel van een behandeling met celecoxib moeten afwegen tegenover de risico’s voor de patiënt.

NSAID’s voor lagerugpijn?

Chevalier P.

Minerva 2008 Vol 7 nummer 4 pagina 56 - 57


Deze systematische review met meta-analyse toont aan dat NSAID’s effectiever zijn dan placebo bij patiënten met acute of chronische lagerugpijn zonder ischias. De effectgrootte is echter beperkt, NSAID’s zijn niet effectiever dan andere pijnstillers en slechts weinig onderzoek vergelijkt NSAID’s met niet-medicamenteuze behandelingen bij lage rugpijn. We moeten het risico van ongewenste effecten met NSAID’s afwegen tegen dit beperkte voordeel.

Preventie van recidiverend ulcus: COXIB of COXIB + PPI?

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 8 pagina 132 - 133


Deze studie toont aan dat bij patiënten met een hoog risico van bloedend ulcus minder recidieven optreden met een combinatie van celecoxib en een hoge dosis esomeprazol (2 x 20 mg/dag) dan met enkel celecoxib. Een vergelijking met de combinatie van een niet-selectief NSAID met een hoge dosis PPI ontbreekt, waardoor het niet mogelijk is om een uitspraak te doen over de keuze tussen een COXIB of een niet-selectief NSAID in de combinatie met een PPI. Er is dringend nood aan een studie die deze behandelingen vergelijkt.

Etoricoxib en diclofenac: dezelfde gastro-intestinale veiligheid?

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 4 pagina 65 - 67


In deze studie treden bij patiënten ≥50 jaar met reumatoïde artritis of artrose, minder bovenste gastro-intestinale incidenten op met etoricoxib dan met diclofenac. Deze reductie is echter uitsluitend te danken aan een vermindering van het aantal niet-gecompliceerde incidenten. Deze studie heeft veel methodologische en statistische beperkingen: conclusies gebaseerd op secundaire uitkomsten, verschillende doses van etoricoxib tegenover een vaste hoge dosis diclofenac, frequente toediening van een PPI zelfs onder etoricoxib. Het geringe voordeel van etoricoxib, dat bovendien geen nauwkeurige schatting is (NNT 244, maar een betrouwbaarheidsinterval ontbreekt), lijkt dus klinisch weinig relevant. Het eventuele voordeel moet afgewogen worden tegen de bekende cardiovasculaire (en andere) risico’s van de coxibs en enkele andere niet-selectieve NSAID’s.

Etoricoxib en diclofenac: identiek cardiovasculair risico?

Chevalier P.

Minerva 2007 Vol 6 nummer 1 pagina 12 - 14


Deze studie toont aan dat etoricoxib en diclofenac bij patiënten met artrose of reumatoïde artritis eenzelfde risico hebben van trombotische cardiovasculaire incidenten. De vergelijking met diclofenac in deze studie is niet ideaal, omdat mogelijk het risico van andere niet-selectieve NSAID’s kleiner is. Extrapolatie van de resultaten naar andere niet-selectieve NSAID’s is daarom op basis van deze studie niet gerechtvaardigd.

Coxibs, andere NSAID’s en cardiovasculair risico

Chevalier P. , van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 10 pagina 161 - 163


Deze meta-analyse toont aan dat het gebruik van coxibs aanleiding geeft tot een toegenomen risico op ernstige cardiovasculaire inci-denten (myocardinfarct, CVA en cardiovasculair overlijden) versus placebo (NNH van 357 per jaar) of versus naproxen (NNH van 256 per jaar), maar niet versus niet-specifieke NSAID’s in het algemeen (in hoge doses). Bij gebruik van alle NSAID’s is vooral het risico op myocardinfarct verhoogd. Dat werd echter niet aangetoond voor naproxen. Op basis van deze meta-analyse kunnen we niet bepalen welke patiënten een hoger risico hebben op een cardiovasculaire complicatie. Met alle NSAID’s is er een verhoogd risico op gastro-intestinale toxiciteit.

Glucosamine en/of chondroïtine voor gonartrose?

Chevalier P.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 9 pagina 148 - 150


Deze studie toont aan dat bij patiënten met gonartrose behandeling met glucosamine, chondroïtine of de combinatie van beide niet effectiever is tegen kniepijn dan een placebo. De placeborespons is zeer hoog: 60% van de patiënten ervaart een belangrijke pijnreductie met placebo. Niet-medicamenteuze behandelingen (bewegen, oefentherapie) en paracetamol blijven eerste keus in de behandeling van gonartrose.

Effect van NSAID’s bij artrose van de knie

Chevalier P.

Minerva 2005 Vol 4 nummer 7 pagina 117 - 118


Deze meta-analyse komt tot de conclusie dat bij patiënten met symptomatische knieartrose selectieve of niet-selectieve (coxibs) NSAID’s geen klinisch significante reductie van de pijn geven. De eerstekeuzebehandeling blijft paracetamol aan voldoende hoge dosis. De coxibs zijn niet effectiever dan niet-selectieve NSAID’s en hebben geen beter veiligheidsprofiel, met name op middellange en lange termijn.

Persbericht

Minerva 2004 Vol 3 nummer 9 pagina 152 - 152

Bijna helemaal waar. Het verhaal van de coxibs

van Driel M.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 120 - 121

Cox-2 selectieve NSAID's: evaluatie na vijf jaar

Chevalier P. , Janssens I. , van Driel M.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 126 - 129

Preventie van NSAID-gerelateerde ulcera: celecoxib is niet beter

Chevalier P.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 124 - 125


Celecoxib en de combinatie van diclofenac met omeprazol zijn even werkzaam in de preventie van recidieven van ulcuscomplicaties bij hoogrisicopatiënten die langdurig NSAID’s nemen. Het risico van recidieven blijft echter bestaan. De essentiële vraag blijft of langdurig gebruik van een NSAID gerechtvaardigd is, gezien het risico van gastro-intestinale, renale en cardiale ongewenste effecten. Voor de behandeling van artrosepijn zijn paracetamol en voldoende beweging eerste keus .

Coxibs versus paracetamol bij gonartrose

van Driel M.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 122 - 123


Uit deze studie blijkt dat rofecoxib in hoge dosis (25 mg/dag) effectiever is dan paracetamol (4 g/dag) bij artrose. De relevantie van het gevonden verschil is echter nog onduidelijk en dient in verder onderzoek te worden aangetoond. Bij de aanpak van gonartrose zijn oefentherapie en behandeling met paracetamol nog altijd de eerste keus. In tweede instantie kan men beginnen met NSAID’s in de laagste effectieve dosering. De meerwaarde van coxibs over de klassieke NSAID’s bij artrosepatiënten in het algemeen is nog onvoldoende onderbouwd.

Hoe veilig zijn de nieuwe COX-2-selectieve NSAID's?

van Driel M.

Minerva 2001 Vol 30 nummer 6 pagina 263 - 268


De VIGOR- en de CLASS-studies tonen aan dat de nieuwe COX-2-selectieve NSAID’s bij patiënten met reuma (rofecoxib) en artrose (celecoxib) het risico op ernstige gastrointestinale incidenten kunnen reduceren. Dit is echter niet het geval voor patiënten die gelijktijdig laaggedoseerde aspirine gebruiken. De meldingen van toegenomen aantal myocardinfarcten, de interacties tussen celecoxib en anticoagulantia (warfarine) en de aanwijzingen voor verstoring van de nierfunctie dwingen tot waakzaamheid, vooral bij ouderen. Voor artrosepatiënten kunnen oefentherapie en paracetamol een volwaardig en veilig therapeutisch alternatief zijn. Indien dit onvoldoende effectief blijft, kan worden gestart met een NSAID waarvoor een laag risico op toxiciteit wordt gemeld (zoals ibuprofen of diclofenac) in de laagst effectieve dosis. Langdurige behandeling met NSAID’s wordt het best vermeden.

Editoriaal: Is academische geneeskunde te koop?

De Meyere M.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 6 pagina 264 - 265

De nieuwe COX-2 selectieven: een aanwinst?

Art B. , Soenen K. , van Driel M.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 5 pagina 225 - 229


De nieuwere NSAID's zijn voorlopig geen eerste keus in de behandeling van artrose (rofecoxib) of reuma (celecoxib). Voor artrose is paracetamol nog altijd eerste keus. Alhoewel zij actief zijn ten opzichte van placebo, zijn er nog steeds geen studies gepubliceerd met paracetamol als referentie. De winst op het voorkomen van endoscopisch vastgestelde erosies heeft zich nog niet overtuigend vertaald in een vermindering van het aantal ernstige complicaties op lange termijn. Bovendien zijn de beide coxibs nog niet getest bij personen met een hoog risico voor gastro-intestinale complicaties (zoals ouderen en personen met een ulcus in de voorgeschiedenis), terwijl zij juist voor deze groep patiënten een grote aanwinst zouden kunnen zijn. Besluit: voorlopig geen aanwinst.